Wielremmen

Op safari heb je oog voor alles. Omdat het er thuis niet is, of omdat je er bedrijfsblind voor bent geworden. Survivalgidsen Jan en Jos nemen je mee op Safety Safari en werpen frisse blikken achter poorten en hekken. 

Op Safety Safari met Jan en Jos

We fietsten op een mooie zomerse dag een heel eind – voor ons doen - om in een café naar de start van de Tour de France te kijken. Na al die sportloze maanden smachtten we naar iets van competitie op de buis. En blijkbaar verlangden de renners zelf ook naar ongeremde strijd want als een roedel uitgehongerde wilde honden joegen ze op elkaar en de etappezege. We hielden ons hart vast. Een paar weken eerder, in de ronde van Polen, was er nog een horrorcrash geweest tussen twee Nederlandse sprinters. Fabio Jakobsen werd met zo’n tachtig kilometer per uur over de dranghekken gelanceerd. Dagenlang lag hij in coma. Er werd voor zijn leven gevreesd. Wonder boven wonder overleefde hij de doodsmak en hield er ‘slechts’ een tandenloze mond, een hersenschudding en talloze botbreuken aan over. En ook deze openingsrit van de Tour bleef niet zonder valpartijen. Ondermeer Wout Poels ging tegen het asfalt en brak een rib. Maar opgeven was er niet bij. Hij reed niet alleen de etappe uit, maar vervolgde de Tour, waarin hij ook nog eens iedere dag beter presteerde. 

vallende fietser_443827051.jpg

Valsport
We aanschouwen deze prestaties met een mengeling van bewondering en afschuw. Het is natuurlijk ongelooflijk wat renners flikken. Maar tegelijkertijd zijn ze knettergek. Want wie riskeert nou zijn leven voor een geel truitje? Moeten deze moderne gladiatoren niet tegen zichzelf beschermd worden en hun werkgevers eveneens? Profwielrenners zijn toch werknemers en daarvoor hebben we in Europa toch mooie arbowetten? We peilen onder het wielerpubliek in de kroeg hoe ze denken over het veiliger maken van de Tour. De meningen zijn verdeeld. Een deel van onze buisgenoten vindt dat de bloedstollende risico’s deze sport juist zo mooi en aantrekkelijk maken. Een ander deel vindt dat het wel een onsje tot kilo’s minder mag met die waaghalzerij. 

Kopzorg
Dat vinden we zelf ook. En dus maken we een plan van aanpak, op de achterkant van een bierviltje. De halve kroeg denkt mee. De andere helft verlekkert zich aan de valpartijen. Parkoerskeuring door een comité van ex-renners, roept de één. Luchtkussens langs de kant van de weg in de laatste honderden meters, zoals bij het schaatsen, roept een ander. Niet finishen bergaf, vindt iedereen eensgezind. Of laat per team maar één renner toe tot de eindsprint zodat het minder massaal (en dus veiliger) wordt. En heeft Frankrijk geen arbeidsinspecteurs die het grote Tourwerk stil kunnen leggen? En waarom zien we zoveel schaafwonden en zijn de PBM’s bij de wielersport slechts beperkt tot een helm? De ploegarts zou onafhankelijk moeten zijn, vindt de barman. Hij komt met een verhaal op de proppen over de Tour van 2018. In een afdaling duikelde Philippe Gilbert over een muurtje het ravijn in. Hij klom omhoog en daar vroeg de ploegarts of hij zich kon herinneren waar hij was en hoe hij heette. Toen Gilbert correct antwoordde, mocht hij doorkoersen. Aan de finish bleek dat hij zestig kilometer met een gebroken knieschijf had gefietst. 

“Dat is dan een arts van lik me vessie”, aldus de barman. Omdat hij er duidelijk kijk op heeft, vragen we hem of hij het veilig acht dat wij, na de nodige sportdrankjes, onze tocht hervatten. Hij werpt een blik op het viltje met veiligheidsadviezen, kijkt ons indringend aan en zegt: “ga maar snel want de tour wacht op niemand”.

Jan Snijder, survivalgids - veiligheidskundige – arbeidshygiënist
Jos Bus, survivalgids – communicator

Hans Wolbers